Translink

Oplaadsysteem ov-chipkaart is dankzij Info Support klaar voor de toekomst

Afgelopen jaar waren er maar liefst 14,3 miljoen OV-kaarten in omloop. Met deze contactloze kaarten kunnen reizigers producten, saldo en diensten aanschaffen bij ophaal- en oplaadautomaten. De National Action List (NAL) van Translink is het systeem dat deze bestellingen verwerkt en klaarzet. De NAL was verouderd en daarom moest er een vervanger komen. Info Support ontwikkelde in korte tijd een systeem dat doorlopend kan worden verbeterd en blijft meebewegen met de huidige technologische ontwikkelingen.

Uitdaging

De National Action List (NAL) van Translink is het systeem dat bestellingen verwerkt en klaarzet, en was aan het eind van zijn levenscyclus. Daardoor nam de Total Cost of Ownership (TCO) jaarlijks toe.

Doelgoep

Vervoersmaatschappijen in Nederland.

Resultaat

Een toekomstbestendig platform.

Een nieuw platform dat eenvoudiger te beheren is

Een vervanger was nodig omdat de oude NAL aan het eind van zijn levenscyclus was, waardoor de Total Cost of Ownership (TCO) jaarlijks opliep. Daar waren de afnemers van het product en de vervoersmaatschappijen minder gelukkig mee. Door vanaf nul aan het project te beginnen en niet voort te borduren op een bestaand systeem konden Translink en Info Support met een frisse blik aan een nieuw platform werken. Waarbij de nadruk lag op een eenvoudiger beheer. “Eigenlijk hebben we de NAL herbouwd. De nieuwe versie beschikt over verschillende logging en monitoring functionaliteiten”, verduidelijkt Joost Koblens, Delivery Manager van Translink.

Als de livegang niet soepel verloopt, raakt dat een heleboel reizigers. Zoiets wordt breed uitgemeten, ook in de media.
Joost Koblens, Delivery Manager van Translink

Machine learning om bedrijfsprocessen te verbeteren

Nieuwe functionaliteiten. Het was de wens van Translink om een platform te creëren dat nog jaren mee kan. Een belangrijke vereiste was dat het systeem flexibel zou worden, zodat in de toekomst eenvoudig nieuwe updates, functies of feedback van klanten in het product kunnen worden verwerkt. Ook is gekeken of het mogelijk was om direct al nieuwe functionaliteiten toe te voegen. Dat is gelukt; zo is er een nieuwe functie die het makkelijker maakt om een financiële vergoeding op de rekening van de klanten te storten als die van het ene naar het andere reis abonnement overstappen. Koblens legt uit: “Er is bijvoorbeeld een abonnement dat NS Flex heet: Flexibel Reizen op rekening. Daarmee betaal je niet vooraf, maar achteraf voor je gemaakte ritten. Anders dus dan bijvoorbeeld bij een Traject Vrij abonnement. Als je dan je abonnementsvorm wijzigt, kom je in aanmerking voor restitutie. Het terugbetalen is nu stukken eenvoudiger.”

Daarnaast is er meer data beschikbaar dan voorheen. Deze data zal via machine learning gebruikt worden voor het verbeteren van de bedrijfsprocessen, het ontdekken van nieuwe trends onder klanten en het herkennen van beveiligingsrisico’s. Daar blijft het niet bij; het plan is om nog dit jaar een nieuwe functie toe te voegen. Het gaat om reizigers die een bestelling plaatsen, maar deze niet binnen vier weken ophalen bij de ophaal- en oplaadautomaten. Deze reizigers krijgen dan automatisch een notificatie. Volgt er gedurende de twee daaropvolgende weken nog geen reactie van de klant dan wordt de bestelling verwijderd en het aanschafbedrag teruggestort.

Bedrijfskritisch project in korte tijd uitrollen

Het was een uitdaging om dit bedrijfskritische project in korte tijd te ontwikkelen en het daarna geruisloos uit te rollen, zonder technische haperingen. Daar komt best wat druk bij kijken, beaamt Koblens. “Als de livegang niet soepel verloopt, raakt dat een heleboel reizigers. Denk bijvoorbeeld aan studenten die switchen van een week-ov naar een weekend-ov of andersom. Zoiets wordt breed uitgemeten, ook in de media.”

Daarom wilde Translink de samenwerking aangaan met een betrokken partner. “Niet een partij die traditioneel bouwt en het product dan tijdens de transitiefase over de schutting gooit om er vanaf te zijn. Nee, we wilden vanaf het begin meerdere stakeholders bij de ontwikkeling betrekken, waaronder de gebruikers. ” Zowel Translink als Info Support zijn dan ook gezamenlijk verantwoordelijk voor het beheer en de ontwikkeling. “Het was een transformatie; van watervalmethode naar agile werken via scrum. Maar het verliep prima. We durfden elkaar aan te spreken en te triggeren.”

Samenwerking is het sleutelwoord

Terugkijkend op het project is samenwerking dan ook het sleutelwoord, vindt Koblens. Het projectteam haalde de strakke deadline; het project werd in negen maanden afgerond. Dat kwam voor een belangrijk deel door de werkwijze, waarbij resultaten uit een testgroep met stakeholders direct konden worden verwerkt in het product. Dit principe heet continuous delivery en stelt de ontwerpers in staat om continu software te testen, aan te passen en direct in productie te nemen, waardoor fouten direct aan het licht komen en kunnen worden aangepakt. Door deze aanpak zijn de beheerders nu en in de toekomst in staat om binnen een dag een wijziging volledig te testen en in productie te nemen.

Koblens is zeer te spreken over hoe het team – bestaande uit onder meer ontwikkelaars, testers, een business analyst, architect, product owner, senior supplier en een scrum master – met elkaar optrokken. “Het agile werken van sprint naar sprint beviel heel goed. We hadden een daadkrachtig projectteam, dat nieuwe dingen durfde te ondernemen en buiten de comfortzone trad. Je kan stellen dat we, platgezegd, een team met guts hadden.” Mark van Mullem, Delivery manager van Info Support, vult aan: “Voor Translink was het een transformatie; van de watervalmethode naar agile werken via scrum. Maar het verliep prima. We durfden elkaar aan te spreken en te triggeren.
Aan het einde van elke sprint toonde het projectteam vol trots de resultaten. Het team nam de stake-holders telkens mee in hun verhaal.” Het gevolg was uiteindelijk een rimpelloze live-gang. Koblens: “Dat is volledig te danken aan het projectteam. Ja, dan kom ik weer uit op die samenwerking en hoe wendbaar het team was. De bouw van de nieuwe NAL is wat dat betreft een voorbeeldproject.”