Het ene evenement werd georganiseerd door Microsoft, het andere door dataprofessionals zelf; onze collega’s Mark Streutker en Ivo Geurtsen bezochten onlangs Ignite en PASS, twee events die tegelijkertijd plaatsvonden in Seattle.
Waar het bij Ignite vooral draaide om productaankondigingen, ging PASS meer de diepte in met zeer technische sessies. Dit zijn de belangrijkste ontwikkelingen en aankondigingen die Mark en Ivo mee terugnamen naar Nederland.
Het dataplatform Fabric is nu algemeen beschikbaar voor alle klanten. Hierdoor kan iedereen met deze alles-in-een analytics-oplossing aan de slag, om grote en complexe databases om te zetten in bruikbare workloads en analyses. CEO Satya Nadella noemde het misschien wel de grootste lancering van een dataproduct van Microsoft sinds de lancering van SQL Server. Het platform is nog niet compleet en mist nog een aantal enterprise-functies. De boodschap van Microsoft was desondanks dat iedereen (uiteindelijk) Fabric zal moeten gaan gebruiken.
Microsoft investeert nu enorm in Copilot. Dit is te zien in vrijwel alle Microsoft-producten en -diensten, van Office tot Azure. Copilot moet helpen om handelingen efficiënter en beter uit te voeren; denk aan het automatisch creëren van DAX-queries of het bouwen van een machine learning-model aan de hand van prompts. Dat Microsoft hier volledig op inzet, blijkt wederom uit een quote van Nadella: hij omschreef dit tijdperk als: the age of co-pilots.
Er komt een optie voor mirroring in Azure Fabric, zo werd aangekondigd tijdens PASS. Mirroring houdt in dat er eenmalig een kopie wordt gemaakt van een database. Vervolgens houdt Fabric met Change Data Capture de wijzigingen hierop bij. Op deze manier is de data binnen enkele minuten beschikbaar in Fabric en geschikt voor analytics. De data wordt rechtstreeks in het Delta Lake-formaat voor Fabric geplaatst. Dit is eigenlijk een nieuwe vorm van replicatie, die het gemakkelijker maakt om bestaande databases te gebruiken in Fabric.
Een andere interessante aankondiging bij PASS was de Data Activator. Deze nieuwe tool in Azure Fabric kan worden gebruikt voor het instellen van alerts en het automatisch triggeren van acties. Zo kun je een bericht in Teams versturen of een notebook starten wanneer een bepaalde waarde wordt overschreden in een dashboard. De Data Activator kan worden toegepast op zowel real-time analytics als Power BI-rapporten die in Fabric staan. Dit maakt het eenvoudiger om automatische acties en monitoring in te stellen.
PASS stond altijd erg bekend om SQL Server. Maar nu eigenaar Red Gate meer inzet op het ondersteunen van meerdere dataplatforms, zie je dit ook terug bij PASS. Zo waren er dit jaar sessies over onder andere PostgreSQL, Amazon Redshift en Oracle Cloud. De link met data analytics blijft wel een vereiste. Je ziet dus dat SQL Server een minder centrale positie inneemt bij PASS en dat is in lijn met de bredere focus van Red Gate op meerdere databases.
Microsoft gaf tijdens de events aan veel meer onderhoudstaken op het gebied van analytics op zich te willen nemen. Bijvoorbeeld door zelf Delta Lake bestanden in een vacuüm te plaatsen, te sorteren en te indexeren. Hierdoor hoeven klanten dit soort activiteiten niet meer zelf uit te voeren. Dit past in een bredere trend waarin leveranciers meer een partnerrol ambiëren en meer dienstverlening op zich nemen. Zo wil Microsoft workloads voor klanten optimaliseren, zodat zij zich meer op hun core business kunnen richten. Dit laat een verschuiving zien naar meer managed services.
Dit artikel is gebaseerd op een aflevering van Data Discovery Channel. Benieuwd naar het volledige verslag? Kijk dan deze aflevering van Data Discovery Channel, waarin Hans Geurtsen en Niels Naglé in gesprek gaan met Mark Streutker en Ivo Geurtsen over hun key takeways uit beide events.